Tuinstraat 4 t/m 42 en Geertebolwerk 19
Een van de zijstraatjes die grenzen aan de Catharijnesingel, in
de buurt van de Springweg, kent een verbazingwekkende geschiedenis.
De Tuinstraat ontstond toen in 1826 het Hofje van Veelo werd
gebouwd. In die periode kwam de industriële revolutie op gang en
daarmee ontstond de behoefte aan woningen voor de arbeiders die
naar Utrecht kwamen om te werken. Het Hofje van Veelo is een
dergelijk complex voor arbeiders en is uniek voor Utrecht. De
woningen, of toen 'kameren' genoemd, zijn gebouwd als commercieel
project door Pieter Veelo, maar het grootste deel is in 1987
opnieuw opgebouwd.
De rij met oneven nummers werd al rond 1959 afgebroken in
verband met de slechte staat van de huisjes. Omdat de toestand van
de overgebleven woningen aanzienlijk verslechterde, ontstonden er
plannen om het complex geheel te slopen. Daarvoor in de plaats zou
grootschalige nieuwbouw komen met een garage voor 150 auto's, met
een ingang aan het Geertebolwerk (Zilverstraat) en de Tuinstraat.
Dankzij diverse protesten werd van dit plan af gezien en werden er
vanaf 1982 restauratie plannen gemaakt, maar deze plannen kwamen
eigenlijk neer op sloop en nieuwbouw. De monumentencommissie sloot
zich aanvankelijk bij de gemeente en K'77 aan en zag geen
mogelijkheid voor behoud van de arbeiderswoningen. De
woningcorporatie gaf ook aan:
'Wel dient duidelijk te zijn dat in verband met de doelstelling
van K'77 het historisch belang niet bovengeschikt mag zijn aan het
volkshuisvestelijk belang.'
De bewoners dachten daar anders over. Als voorbeeld van een
efficiënte en goede restauratie namen zij het initiatief om
Tuinstraat 6 te restaureren. De bewoners toonden aan dat ze met
relatief weinig geld een goede restauratie tot stand konden brengen
en hoopten op deze manier de argumenten tegen sloop kracht bij te
zetten. Het resultaat zorgde ervoor dat de gemeentelijke
monumentencommissie zich achter de bewoners schaarde en ook het
Utrechtse Monumentenfonds was tegen sloop. K'77 besloot
uiteindelijk toe te geven aan de protesten en de huisjes niet te
slopen, maar op te knappen. Dit resulteerde gedurende het proces in
een zeer ingrijpende restauratie waar vraagtekens bij kunnen worden
gezet.
De huisjes werden grotendeels gesloopt. Op foto's uit die tijd
is te zien dat slechts delen van de voorgevel bleven staan en de
rest verdween onder de sloophamer. Wie nu door de Tuinstraat loopt
ziet aan de ene kant woningen die in de plaats van de in 1959
gesloopte huisjes zijn geplaatst. Aan de andere kant staan de
woningen die in 1987 grotendeels zijn opgebouwd. Op het eerste
gezicht lijken de huisjes veel van hun oorspronkelijke gedaante
behouden te hebben. Een blik aan de achterzijde toont echter aan
dat het hofje niet meer is wat het geweest was. Omdat het hofje wel
een belangrijke geschiedenis kent en de structuur van het
arbeidershofje behouden is, geniet het complex de status van
gemeentelijk monument.